▲▲▲▲

OGB Design Indische
Harderwijkers
Welkom Laatste Nieuws KUMPULAN Foto en Film Muziek Familie Albums Onze Veteranen Toen en Nu ... Historie Indische Cultuur Boeken Sociale Media Links Onze Nieuwsbrief Pasar Malam 2022 Contact
Familie Albums

FAMILIE HOUBEN


Mijn ouders kwamen uit Nederlands-Indië en mijn vader heeft aan de Birma spoorlijn gewerkt, daar heeft hij 3,5 jaar in een Jappenkamp gezeten, dit is een tijd die hij niet vergeten kon en het beheerste zijn verdere leven in negatieve zin. Hij had daar zoveel meegemaakt en gezien dat dit niet van zijn netvliezen af kwam, naarmate hij ouder werd hoe erger die tijd voor hem was geweest, psychisch heeft hij er altijd zwaar onder geleefd en geleden.


Mijn moeder heeft gelukkig nooit in het jappenkamp gezeten zoals vele echtgenotes van andere soldaten, wel moest zij veel breien voor de Jap, vooral wollen sokken. Maar ondanks dat zij daar niet heeft gezeten brachten de Jappen veel angst bij de Indonesische bevolking. Kwam je ze op straat tegen en je maakte geen buiging voor ze dan bracht dat heel wat teweeg. Mijn moeder kwam een keer met een vriendin langs een gebouw waar Jappen stonden, haar vriendin vergat een buiging te maken en die werd opgepakt en midden op straat kreeg ze een enorme pak slaag tot bloedens toe, iedereen kon het zien. Dit moest dan een soort les voorstellen voor de Indonesiërs dat ze niet moesten vergeten te buigen als ze een Jap in uniform tegen kwamen. Mijn moeder vergat het dus nooit!


Laurens en Maria Houben met de 3 kinderen die nog leefden voordat zij naar nederland kwamen en hoogzwanger van Arie. Op het bankje zitten v.l.n.r.:

Rudy, Anneke en Frans.


Toen de oorlog afgelopen was wist mijn moeder eigenlijk niet eens of mijn vader nog leefde. Op een dag kreeg ze bericht dat haar man overleden was. Een enorme schok natuurlijk voor mijn moeder......na een tijdje bleek dat de berichten niet goed overgekomen waren, het was niet dhr Houben die overleden was maar ene Dhr. Houber. Mijn vader had het jappenkamp overleefd en kwam na 3,5 jaar weer naar huis. Mijn oudste broer was inmiddels een jaar of 5 of 6, hij kende zijn vader niet en het moet toch vreemd voor hem geweest zijn dat hij ineens een vader had.


Na hun vertrek uit Indonesië zijn ze ongeveer een jaar in Friesland gaan wonen, waar vervolgens nog een zoon geboren is. Ze kwamen terecht op een drooggelegd schip waar een pension van was gemaakt, voor de eerste opvang vanuit Indonesië konden ze daar overnachten voor korte tijd en werd er naar een huis voor ze gezocht. De bedoeling was eerst dat ze naar Australië zouden gaan, Nederland was even een tussenstop. Ze hadden een huis gevonden voor mijn ouders,wat een krot kregen zij, het huis was zo lek als een mandje en het was er altijd vochtig en koud. Daar zaten ze dan in een koud landje wat zij niet gewent waren en dan nog in zo’n krot ook nog. Het was een klein huisje, ze waren dat ook niet gewent want waar ze eerst woonden in Indonesië was een groot huis.In tegenwoordige tijd zouden ze een veel beter huis krijgen dan destijds. Maar ja, het was overal oorlog geweest dus meer keus was er even niet voor ze. Ze kregen 100 gulden om hun spulletjes van te kunnen kopen en eten. Bar weinig maar voor die tijd redelijk wat.Ze hadden geen spaargeld, het loon tijdens het opgesloten zitten in dat jappenkamp had hij niet gekregen, 3,5 jaar geen inkomen voor mijn moeder dus., ze waren met niks gekomen in Nederland. Toen zij in Friesland aankwamen werden zij door de bewoners als ”apies” bekeken, ze hadden nog nooit donkere mensen gezien.


Later gingen zij ook naar Harderwijk, Australië was van de baan, ze wilden hier blijven en kwamen in de Tinnegieter terecht. in de Willem de Zwijgerlaan. Ze kwamen met 4 kinderen in Harderwijk aan en er werden er nog 6 in de Willem de Zwijgerlaan geboren waarvan 1 kindje er maar 3 maanden heeft geleefd. Dit was hun 3e kindje die zij verloren. Ik ben nu zelf bijna 55 jaar en kan me veel herinneren uit die tijd dat ik daar woonde. Het was een gezellige boel met al die Indo’s daar in de buurt, het rook er altijd lekker naar kruiden omdat Indische mensen altijd veel tijd staken in kokkerellen en dat krijg je dan automatisch mee van huis uit.


Ikzelf ben de jongste dochter van het hele stel thuis, onder mij nog een broertje. Hier ben ik 4 jaar en zat ik op de kleuterschool ''Klein Duimpje". Deze school stond in de Heinsiuslaan, in een andere wijk dan de Tinnegieter, dit schooltje stond in de wijk ''De Wittehagen'', een wijk tegenover de Tinnegieter. Ook daar woonden wel veel indo's maar een stuk minder dan in de Tinnegieter. Ik speelde ook wel in andere wijken, tja je kon immers nog zomaar overal naar toe als klein kind, auto's kwamen er nauwelijks voor, als er al 1 door de straten kwam schrok je je een hoedje.....nu is dat bijna niet meer voor te stellen.


Mijn vader had in Indonesië een eigen naaiatelier met een aantal personeelsleden. Hier in Nederland heeft hij op een gegeven moment als bijverdienste een klein slaapkamertje ingericht om kleding te maken op bestelling, hij maakte maatpakken, vermaakte militaire kleding voor mensen met een afwijkende maat en ook de kleding van zijn kinderen en zijn kleine echtgenote, mijn moedertje. Zo konden mijn ouders zich staande houden op financieel gebied. Ik weet nog dat ik als heel klein meisje altijd bij mijn vader op dat kamertje zat te spelen terwijl hij aan het werk was. Mijn vader moest altijd wel opletten want ik was zo'n bawel....wat een enorme kletskous betekend, haha, anders werd hij teveel afgeleid van zijn werk. Maar vervelend vond hij het schijnbaar niet want ik mocht daar altijd spelen van hem, op een kleedje op de grond. Wellicht heb ik toch iets mee gekregen van al dat naaiwerk, ik stond nl veel bij hem te kijken wat ie zoal deed, ikzelf heb het ook wel in mijn vingers gekregen zonder er lessen voor gevolgd te hebben. Ik denk vaker aan vroeger, komt waarschijnlijk omdat je zelf ook ouder wordt, die tijd was gemoedelijker of was het toch omdat we daar met vele soortgenoten bij elkaar zaten ??

Nee, dat kan het ook niet zijn want als kind besef je zoiets niet en de tijden waren heel anders dan nu. We werden natuurlijk als kind ook genoeg gepest en uitgescholden voor “Indo Pinda Poepchinees”, tja dat vonden wij wel heel erg....Maar we zijn ook wel door heel veel blanke mensen warm onthaald en werden goed opgenomen bij hun thuis.


Soms mis ik de gezelligheid van vroeger wel eens, zoals wij met buren omgingen is zo anders dan tegenwoordig. Al die Indo’s van die buurt kom ik nog wel eens tegen. De meesten zijn dan wel van mijn generatie want ook hun ouders zijn inmiddels overleden of zo oud dat zij niet meer zelfstandig de straat op kunnen. Helaas zijn mijn eigen ouders ook overleden, ze zijn beiden wel ruim in de 80 geworden en daar prijs ik mezelf heel gelukkig mee.


V.l.n.r.: Arie, Fred, Anneke, Rudy met Trees op schoot en Chris. Mijn oudste broer Frans was al uit huis, die was een jaar of 16 en zat al in het leger. Ikzelf en mijn jongste broertje John moesten nog geboren worden.


Ik denk dat dit 1955 moet zijn geweest, Trees is 2 jaar ouder dan mij en ik ben in 1957 geboren.


Van huis uit waren wij katholiek en kwamen op een katholieke school, ''Dominicus Savioschool'' aan de Hoofdweg, we moesten dus best ver lopen naar school. Een fiets hadden wij allemaal nog niet, dat was iets voor de rijken. Veel deden wij te voet maar klaagden daar nooit over, het was nu eenmaal een goed vervoermiddel en je wist ook niet beter.....Jammer dat ik geen foto's heb kunnen vinden van onze vroegere school. Niet ieder Indonesisch gezin was katholiek van huis uit die daar woonden, veel kinderen zaten op openbare scholen. Op de kleuterschool hadden wij een non, Zuster Nolaska heette zij, een hele lieve non was zij. Ik heb haar voor het laatst gezien toen ik op zesjarige leeftijd in het Pius ziekenhuis lag, dit was een katholiek ziekenhuis en zij liep daar ook altijd rond met andere nonnen. Kort daarop was zij overleden. Hoe oud zij is geworden weet ik niet.


De Tweelingstad: Ik heb er door de jaren heen veel zien veranderen, winkels die er werden gebouwd, de eerste echte supermarkt Zedo, scholen die er kwamen, huizen die kwamen er steeds meer. Op 10 Juni 1954 was het een bijzondere dag voor de Willem de Zwijgerlaan, Prinses Juliana zou door de straat komen.



Van mijn moeder weet ik de verhalen nog, ze vond het zo geweldig dat ze Prinses Juliana van dichtbij zou kunnen zien. Rechts op de foto staan mijn ouders met een paar kinderen te kijken. Iedere keer als ze dit weer vertelde werd ze weer helemaal blij, ze was ook erg koningsgezind.

In Harderwijk werden nog 6 kinderen geboren en 1 kindje werd maar 3 maanden, ik had anders nog een oudere zus gehad. Uiteindelijk is het gezin tot 9 kinderen gebleven, 6 jongens en 3 meisjes.


Mijn oudste broer Frans is in 2008 overleden, hij is maar 68 jaar geworden. Hij is vrij lang ziek geweest en kreeg er acute leukemie bij en dat heeft het ernaar gemaakt dat hij niet ouder werd dan 68 jaar.



Nog een jonge Frans





Dit is de huidige fam. Houben.


V.l.n.r:: Chris, Arie, Anneke, Trees, Joke (ikzelf) John, Fred en Rudy.


Deze familiefoto is gemaakt kort na het overlijden van Frans.











Als laatste nog een foto van mijn ouders, hier waren zij eind in de 70 jaar.


Ze zijn beiden 85 en 88 jaar geworden, ik prijs mij daar nog steeds gelukkig mee dat ze die leeftijd hebben bereikt.



Joke Nijssen - Houben.

Klik op een foto voor een uitvergroting